Op de praktijk is er de mogelijkheid tot het maken van echo's. Hieronder staan de echo's die gedaan kunnen worden gedurende de zwangerschap. Voor bepaalde echo's is het nodig om naar een verloskundig echocentrum of het ziekenhuis te gaan. Meer informatie hierover lees je hieronder.

Vitaliteitsecho/vroege echo:
Deze echo wordt gedaan wanneer je bij ons op intake komt. Doorgaans is dit rond de 8 weken zwangerschap, hierbij wordt bekeken of de zwangerschap ìn de baarmoeder zit en of er hartactie zichtbaar is. Globaal wordt gemeten hoever de zwangerschap gevorderd is, als dat mogelijk is

Termijnecho:
Deze echo wordt gedaan tussen 10-12 weken en is ervoor bedoeld om de uitgerekende datum vast te stellen, te bepalen of er sprake is van een één of een meerlingzwangerschap en of er hartactie aanwezig is. Ook deze echo kan worden uitgevoerd in de praktijk.

20-weken echo:
De 20-weken echo wordt ook wel Structureel Echografisch Onderzoek genoemd (SEO) en wordt niet uitgevoerd bij onze eigen praktijk, maar over het algemeen bij het verloskundige echocentrum Echo enzo in Zwolle. Dit onderzoek is niet standaard, iedereen mag zelf de keuze maken of zij deze echo willen. Mocht er sprake zijn van aangeboren afwijkingen in de familie of bij eerdere kinderen, dan kom je mogelijk in aanmerking voor een Geavanceerd Ultrageluids Onderzoek (GUO), deze echo wordt dan gedaan in het ziekenhuis en hiervoor krijg je van ons een verwijsbrief mee.
Het zijn beide  medische echo's en ze vinden plaats tussen de 18-22 weken zwangerschap. 

Groeiecho:
Bij deze echo wordt de groei van het kindje opgemeten. De echo wordt niet standaard bij alle zwangerschappen gedaan, maar alleen op indicatie. 
Mocht jij hier een indicatie voor hebben tijdens deze zwangerschap, dan zullen wij je dit vertellen.
Deze echo kan in de praktijk worden uitgevoerd. 

Placentalokalisatie:
Deze echo kijkt specifiek naar de plaats van de placenta, ook wel moederkoek genoemd. In sommige gevallen ligt de placenta dichtbij, net over of geheel over de baarmoedermond, wat bij de bevalling problemen kan geven. Meestal wordt dit ontdekt bij de 20-weken echo. Omdat de baarmoeder nog flink groeit gedurende de zwangerschap, wordt de placenta als het waren mee omhoog "getrokken" en komt hij verder van de baarmoedermond te liggen. Om te controleren of dit ook daadwerkelijk gebeurt en in voldoende mate, wordt er een lokalisatie-echo uitgevoerd tussen de 30-32 weken zwangerschap. Deze echo wordt uitgevoerd bij het verloskundig echocentrum in Zwolle of in het ziekenhuis. 

Liggingsecho:
Bij deze echo wordt er gecontroleerd of het kindje tegen het einde van de zwangerschap met het hoofdje naar beneden ligt. Mocht er tijdens de zwangerschapscontrole bij uitwendig onderzoek twijfel bestaan over de ligging, dan zal hierbij de echo gebruikt worden om de daadwerkelijke ligging vast te stellen.